Hoe hoog moet vitamine D-suppletie zijn bij ouderen?

In een recente Ierse studie werd onderzocht welke suppletiedosis vitamine D bij ouderen tijdens de wintermaanden noodzakelijk is om een bepaalde ondergrens in de bloedspiegel voor 25(OH)D veilig te stellen.
Hiertoe kregen 225 personen van 64 jaar of ouder gedurende de maanden oktober tot en met maart, willekeurige verdeeld, dagelijks 0, 5, 10 of 15 mcg vitamine D3. Tijdens deze periode werden de veranderingen in de 25(OH)D-spiegels bijgehouden.
De suppletiedosis bleek van directe invloed op de mate waarin de 25(OH)D-spiegel een stijging liet zien. Iedere verhoging van de suppletiedoses met 1 mcg betekende een stijging van de 25(OH)D-spiegel met 2 nmol/l. Om een 25(OH)D-spiegel hoger dan 25 nmol/l in stand te houden (voor 97,5% van de groep) bleek een gemiddelde dagelijkse dosis van 9 mcg vitamine D3 nodig. Hierbij hadden degenen die zomers dagelijks gedurende minimaal 15 minuten in de zon zaten iets minder nodig (8 mcg/dag) dan degenen die dit niet deden (11 mcg/dag). Op dezelfde wijze waren gemiddelde dagelijkse suppletiedoses van 17, 25 en 39 mcg vitamine D3 nodig om een 25(OH)D-spiegel hoger dan respectievelijk 37,5, 50 of 80 nmol/l in stand te houden.
De gezondheidsraad vindt een 25(OH)D-spiegel van 50 nmol/l voor ouderen de ondergrens, terwijl vitamine D-deskundigen waarden noemen van 75 of 80 nmol/l.