IJzersuppletie bij geringe deficiëntie verbetert geheugen

Suppletie met ijzer bij een suboptimale serumferritinespiegel, terwijl er geen sprake is van anemie, leidt tot verbetering van het verbale leerproces en geheugen. Dit heeft een Amerikaans onderzoek onder schoolmeisjes uitgewezen. Jonge vrouwen en meisjes in de puberteit hebben vaak een ijzertekort door een verhoogde behoefte in de groei en ijzerverlies door de menstruatie. Daarbij krijgen ze dikwijls onvoldoende ijzer binnen via de voeding. Dat het opheffen van een ijzertekort cognitieve prestaties verhoogt, is reeds in vroegere studies bij zuigelingen en kleine kinderen vastgesteld. In het onderzoek van dr. Ann Bruner van de universiteit van Baltimore werd de ijzerstatus van 700 meisjes tussen 13 en 18 jaar onderzocht. Na bepalen van het serumferritine, het hemoglobinegehalte van het bloed en telling van rode bloedcellen bleek dat 14% een niet-anemisch ijzertekort hadden. Van deze groep namen 73 meisjes deel aan het vervolgonderzoek. Ze kregen gedurende acht weken suppletie met ijzersulfaat (2 maal daags 650 mg) of een placebo. Aan het begin en einde van de suppletieperiode werden cognitietesten afgenomen. Oplettendheid, verbaal leren en geheugen werden onderzocht. De suppletie met ijzer veroorzaakte een significante stijging van het serumferritinegehalte en hemoglobinegehalte. De geheugentest viel ook significant beter uit. Volgens Bruner hebben dierproeven uitgewezen, dat ijzer essentieel is voor bepaalde enzymen in de hersenen. Deze enzymen zijn betrokken bij het metabolisme van neurotransmitters als dopamine, serotonine en noradrenaline.