Minder kans op Parkinson door buiten zijn?

Wie meer tijd in de buitenlucht doorbrengt, heeft mogelijk minder kans op de ziekte van Parkinson. 

Voor de studie werden gegevens gebruikt van bijna 330.000 deelnemers van de UK Biobank. Er werd onder andere informatie verzameld over het aantal uren dat op een gemiddelde dag buiten werd doorgebracht. Vervolgens werd de associatie onderzocht tussen deze buitentijd en de incidentie van Parkinson.

Tijdens de volgperiode van gemiddeld veertien jaar werd bij 2238 deelnemers de ziekte van Parkinson gediagnosticeerd. Personen die in de zomerperiode meer dan vijf uur per dag buiten doorbrachten, hadden met 16% significant minder kans op Parkinson ten opzichte van deelnemers die minder dan 2 uur per dag buiten waren. 

Ook in de winterperiode was de tijd die in de buitenlucht werd doorgebracht geassocieerd met een kleinere kans op Parkinson. Wie in de winter meer dan 2 uur per dag buiten doorbracht, had met 15% significant minder kans op de ziekte dan iemand die minder dan een uur per dag buitenkwam. Voor de gemiddelde jaarlijkse tijd buitenshuis werd eenzelfde risicoreductie gezien bij deelnemers die meer dan 3,5 uur per dag buiten waren ten opzichte van proefpersonen die minder dan 1,5 uur per dag buitenkwamen. 

Tenslotte werd een verband gezien tussen Parkinson, tijd buitenshuis en de vitamine D-spiegel. Hoe meer tijd buiten werd doorgebracht, hoe hoger de vitamine D-spiegel in het bloedserum. Personen met een adequate vitamine D-spiegel hadden een risicoreductie van 15% op de ziekte van Parkinson ten opzichte van deelnemers met een vitamine D-tekort. 

Er blijkt een associatie tussen de tijd die in de buitenlucht wordt gespendeerd en de incidentie van Parkinson. De studie kon echter geen oorzakelijk verband aantonen.