Selectief reukverlies bij ouderen

Het reukverlies bij ouderen is selectief. Het gaat niet op voor alle geuren, zo blijkt uit een Deense studie. Aan het onderzoek namen 335 proefpersonen deel in verschillende leeftijdsgroepen. Het betrof 246 ouderen (vanaf 60 jaar) die vergeleken werden met een groep van 89 jongvolwassenen (20 tot 40 jaar). Alle deelnemers kregen veertien verschillende geuren van voedsel te ruiken. De geuren varieerden in intensiteit. Bij ouderen in een leeftijd van 60 tot 70 jaar deed het reukvermogen niet onder voor dat van de jongvolwassenen. Vanaf een leeftijd van 70 jaar nam het reukvermogen echter af. Vooral het vermogen om hartige geuren te ruiken nam af, zoals van gebraden vlees, uien en champignons. Dit gold echter niet voor zoete geuren zoals vanille, sinaasappel en framboos. Het vermogen om zoete geuren te ruiken bleef intact. De voorkeur voor een bepaald type geur was hier niet van invloed op. Ouderen vonden hartige geuren even lekker als jongere personen. De onderzoekers noemen als verklaring voor het reukverlies van hartige geuren door het feit dat bij ouderen het proeven van een zoutige smaak als eerste afneemt.