Suppletie bij Parkinson

De meeste patiënten met de ziekte van Parkinson gebruiken een of meerdere voedingssupplementen. 

Dat berekenden Amerikaanse onderzoekers nadat ze meer dan duizend patiënten online bevraagd hadden. Ze probeerden daarbij ook de werkzaamheid van de supplementen in te schatten. De ernst van de Parkinsonsymptomen werd bepaald aan de hand van zelf-gerapporteerde bevindingen.

Negentig procent van de Parkinsonpatiënten gaf aan minstens één supplement gebruikt te hebben gedurende de laatste zes maanden. Gemiddeld nam een gebruiker vijf verschillende supplementen. De meest gebruikte supplementen waren vitamine D (71%), vitamine B12 (44%), vitamine C (38%) en visolie (38%). Geen van de gebruikte supplementen werd in verband gebracht met een achteruitgang van de aandoening. Daarentegen werden verschillende voedingssupplementen gerelateerd aan een verlichting van symptomen. Dit waren Ginkgo biloba, NAD+ en zijn precursors, 5-methyltetrahydrofolaat (5-MTHF), glutathion, Mucuna pruriens, coënzym Q10, lithium in lage dosering, curcumine, homocysteïneverlagende supplementen (vitamine B6, B12 en foliumzuur), DHEA, kokosolie, vitamine C en omega-3 visvetzuren (visolie).

Maar liefst 90% van de Amerikanen met de ziekte van Parkinson gebruikt een voedingssupplement. Van een aantal supplementen wordt een positief effect waargenomen op het beloop van de aandoening.