Vezelverrijking niet onschuldig

Hoewel de Food and Drug Administration (FDA) voeding met daaraan toegevoegde vezels als ‘gezondheidsbevorderend’ bestempelt, is dit volgens wetenschappers van de University of Toledo (Verenigde Staten) nog maar de vraag. Een muizenstudie toonde dat verrijking met oplosbare vezels de kans op leverkanker vergroot. De wetenschappers voerden een muizenexperiment uit om te onderzoeken of met inuline verrijkte voeding de kans op complicaties door obesitas kon verkleinen. Dit bleek inderdaad het geval. Een deel van de muizen kreeg echter geelzucht en in een later stadium leverkanker. De inuline in de studie was gewonnen uit de cichoreiwortel. De extractie van de vezel vond plaats middels chemische processen. Bij de muizen die leverkanker ontwikkelden was sprake van een reeds bestaande dysbiose van de darmflora. De veranderde samenstelling van de darmflora bleek een centrale rol te spelen bij het ontstaan van leverkanker. Farmacologische remming van fermentatie of uitputting van de fermenterende bacteriën zorgde voor een duidelijke vermindering van korteketenvetzuren in de darm en kon leverkanker voorkomen. Ook het medicijn cholestyramine - dat de heropname van galzuren vermindert - bood bescherming tegen leverkanker. Hoewel van voedingsvezels gunstige effecten zijn aangetoond, laat het muizenexperiment zien dat voorzichtigheid is geboden met verrijking van voedsel met oplosbare vezels. Het is echter nog niet bevestigd dat vezelverrijking ook bij mensen met een dysbiose van de darmflora kan leiden tot leverkanker.