Vitamine B3 voorkomt aangeboren afwijkingen

Een tekort aan nicotinamide-adenine-dinucleotide (NAD) blijkt ten grondslag te liggen aan congenitale afwijkingen. Suppletie met niacine (vitamine B3) tijdens de zwangerschap voorkomt dergelijke afwijkingen, zo blijkt uit een muizenstudie. De wetenschappers bestudeerden het DNA van vier families waarbij de moeders diverse miskramen hadden doorgemaakt of kinderen hadden met verschillende aangeboren afwijkingen aan de wervels, het hart, de nieren en/of een gespleten gehemelte. Vervolgens voerden ze een muizenexperiment uit. De wetenschappers vonden bij de kinderen afwijkingen in twee genen die tot gevolg hadden dat ze deficiënt waren aan NAD. NAD is een biochemische elektronendrager en van belang bij de energieproductie in de lichaamscellen. Bij muizen met dezelfde gendefecten en een NAD-deficiëntie werden eveneens congenitale afwijkingen gevonden. Wanneer de moedermuizen tijdens hun zwangerschap een adequate hoeveelheid niacine binnenkregen konden deze aangeboren afwijkingen worden voorkomen. Een verstoorde NAD-synthese leidt tot een deficiëntie van NAD en tot congenitale afwijkingen. Suppletie met niacine tijdens de zwangerschap kan dit voorkomen. Dit moet echter in humane studies verder onderzocht worden.