Vitamine E in borstvoeding

De vorm waarin vitamine E gesuppleerd wordt, is van invloed op de biologische beschikbaarheid van de vitamine in borstvoeding. Aan de studie namen 89 borstvoedende vrouwen deel. Ze waren in een leeftijd van 19 tot 40 jaar en hadden een BMI ≤30 kg/m2. Vanaf de vierde tot zesde week na de bevalling kregen de vrouwen een vitamine E-supplement met 45,5 mg all-rac-alfa-tocoferolacetaat (ARAC); 22,8 mg all-rac-alfatocoferolacetaat in combinatie met 20,1 mg RRR-alfatocoferol (MIX) of 40,2 mg RRR-alfatocoferol (RRR). ARAC (ook bekend als dl-alfatocoferol) is een synthetisch mengsel van alle acht alfatocoferolvormen, terwijl RRR (bekend als d-alfatocoferol) de natuurlijke en biologisch meest actieve vorm van vitamine E is. Voor en na de zes weken durende suppletieperiode werden in het bloedplasma en de melk van de moeders de alfatocoferol isomeren geanalyseerd. In alle groepen bleek RRR de meest voorkomende isomeer in zowel het bloedplasma als de moedermelk. Het aandeel van deze natuurlijke en actieve vitamine E-vorm was significant hoger bij de vrouwen die enkel RRR gesuppleerd kregen in vergelijking met suppletie met MIX en ARAC. Andersom was het percentage van andere, minder actieve vitamine E-vormen significant groter bij de ARAC-groep in vergelijking met MIX en RRR. Onder invloed van suppletie met RRR nam na zes weken het percentage van de actieve vitamine E-vorm significant toe in de moedermelk en het bloedplasma met respectievelijk 4% en 10%. In de MIX en ARAC groep werd daarentegen een significante daling gezien van het aandeel RRR in zowel de melk als het plasma. De vorm waarin vitamine E gesuppleerd wordt blijkt van invloed op het aandeel van de actieve vitamine E-vorm in borstvoeding. Vitamine E is betrokken bij de ontwikkeling van het zenuwstelsel van baby’s.