Voedingsstatus van Parkinsonpatiënten

Patiënten met de ziekte van Parkinson hebben vaak te kampen met ongewenst gewichtsverlies. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat dit komt doordat deze patiënten vaak last hebben van speekselvloed, slikstoornissen en een gestoorde hand-mond coördinatie. Al deze symptomen bemoeilijken het eten. Uit een vergelijking tussen 45 patiënten met de ziekte van Parkinson en 45 controlepersonen bleek echter dat het gewichtsverlies bij 58% van de Parkinsonpatiënten niet zozeer het gevolg was van een verminderde inname van voedingsmiddelen, maar waarschijnlijk meer van een toename van het verbruik van voedingsstoffen, die niet werd gecompenseerd door een verhoogde inname. In de patiëntengroep werden significant lagere serumconcentraties aan ijzer, vitamine A en albumine en zeer lage concentraties vitamine E en zink aangetroffen. De lage niveaus van antioxidanten zouden verband kunnen hebben met een verhoogd verbruik ervan door ontstekingsreacties in de basale ganglia. Goede voedingsadviezen zijn van belang voor patiënten met de ziekte van Parkinson om aan de verhoogde behoefte aan nutriënten tegemoet te komen. Vaak krijgen zij het advies van hun arts om een eiwitarme voeding te nemen om de effectiviteit van hun geneesmiddel (levodopa) te verlengen, zonder dat zij informatie krijgen over hoe ze de eiwitten kunnen vervangen. Daarnaast is het belangrijk dat zij leren om te gaan met de bovengenoemde symptomen van hun ziekte die van invloed zijn op wat zij eten. Men kan hierbij denken aan het wijzen op goede alternatieven voor voedingsmiddelen die niet of met heel veel moeite gegeten kunnen worden zoals relatief harde en taaie voedingsmiddelen (vlees, vezelrijke groenten).