Voldoende drinken verkleint kans op hartfalen

Een adequate vochtinname gedurende het leven kan mogelijk het risico op hartfalen verkleinen. Dit laat een studie zien die gepresenteerd werd tijdens het jaarcongres van de European Society of Cardiology. In de Atherosclerosis Risk in Communities (ARIC) studie werden bijna 16.000 proefpersonen gevolgd. De deelnemers waren bij aanvang in een leeftijd van 44 tot 60 jaar en werden gevolgd totdat ze een leeftijd bereikten tussen 70 en 90 jaar. Gedurende de eerste drie jaar werd tweemaal de natriumspiegel in het bloedserum gemeten. Dit is een goede indicatie voor de vochtbalans gedurende een langere periode. Op basis van de natriumspiegel werden de deelnemers in vier groepen verdeeld; 135-139,5 mmol/l, 140-141,5 mmol/l, 142-143,5 mmol/l en 144-146 mmol/l. Vervolgens berekenden de wetenschappers voor iedere groep hoe groot de kans op hartfalen of linker ventriculaire hypertrofie was vijfentwintig jaar later. Bij linker-ventrikelhypertrofie is sprake van een verdikking van de wand van het voornaamste deel van het hart (linkerkamer) voor de pompfunctie en is een voorloper van hartfalen. Een hogere natriumspiegel (>142 mmol/l) op middelbare leeftijd was geassocieerd met een verhoogd risico op linker ventrikelhypertrofie en hartfalen op oudere leeftijd. Het verband tussen de natriumspiegel en hartfalen bleef significant na correctie voor andere beïnvloedende factoren zoals de leeftijd, bloeddruk, nierfunctie, cholesterolgehalte, glucosespiegel, BMI, geslacht en de rookstatus. Iedere toename van de natriumconcentratie met 1 mmol/l ging gepaard met een 20% hoger risico op linker ventrikel hypertrofie en 11% meer kans op hartfalen. Hoewel een natriumspiegel van 142 mmol/l nog binnen de normwaardes ligt, is het een indicatie voor een verhoogde kans op hartfalen. Een adequate vochtinname leidt tot een daling van de natriumspiegel en kan preventief toegepast worden.