EGCG mogelijk zinvol bij autisme

Suppletie met epigallocatechinegallaat (EGCG) is mogelijk veelbelovend voor de behandeling van personen met een autismespectrumstoornis. 

EGCG is een van de polyfenolen in groene thee. Voor de review werden relevante studies geselecteerd en nader bestudeerd. Autisme wordt gekenmerkt door problemen in sociale interactie en communicatie. Deze problemen gaan vaak gepaard met gastro-intestinale symptomen. Dit suggereert dat de darm en haar microbiota van invloed is op de ontwikkeling en functie van het zenuwstelsel.

Bij personen met autisme is er een toename gevonden van pathogene bacteriesoorten zoals Clostridium. Ook is er ten opzichte van gezonde controlepersonen een groter aandeel bacteriesoorten gevonden die betrokken zijn bij de productie van de vertakte aminozuren (BCAA’s) L-leucine, L-isoleucine en L-valine. Eén van deze bacteriesoorten is Prevotella copri. Daarentegen wordt ten opzichte van gezonde personen een lager aandeel van Akkermansia muciniphila en Bifidobacteriën waargenomen. Uit de review blijkt dat EGCG de groei van pathogene bacteriën zoals Clostridium perfringens en Clostridium difficile remt. Bovendien verhoogt EGCG het aandeel van Bifidobacterie- en Akkermansiasoorten. Als gevolg daarvan leidt suppletie met EGCG tot een verhoogde productie van metabolieten die betrokken zijn bij het behoud van de darmbarrière en het verbeteren van de hersenfunctie.

EGCG heeft via modulatie van de darmmicrobiota de potentie effectief te zijn bij de behandeling van autisme, zo blijkt uit de resultaten.