Meer blessures bij eenzijdig sporten

Jonge atleten met een hoge sportspecialisatie hebben significant vaker een blessure in vergelijking met leeftijdgenoten die verschillende sporten beoefenen. Aan de studie namen 1544 jonge atleten met een gemiddelde leeftijd van zestien jaar deel. Ze vulden een vragenlijst in over hun fysieke activiteiten en de blessures die ze ooit hadden gehad. Daarnaast registreerden hun huidige trainers de sportblessures die zich bij de jongeren tijdens het schooljaar van 2015/2016 voordeden. Het gros van de jonge atleten (60%) had een lage sportspecialisatie en beoefende diverse soorten sport. Bij 27% van de deelnemers was sprake van een matig gespecialiseerde sportbeoefening en 13% van de jongeren beoefenden intensief een enkele sportsoort. In het schooljaar kregen 235 jongeren (15%) een of meerdere blessures waardoor ze zo’n zeven dagen hun activiteiten moesten staken. Het betrof vooral blessures aan de enkels (34%), knieën (25%) en de bovenbenen (13%) waaronder verstuikingen (41%), spier- of peesaandoeningen (25%) en peesontstekingen (20%). Jongeren met een matige sportspecialisatie hadden met 51% significant meer kans op een blessure in vergelijking met jongeren die verschillende sporten beoefenden. Voor de jonge atleten die slechts een enkele sport beoefenden was de kans op een blessure met 85% significant groter. De eenzijdige belasting die optreedt bij gespecialiseerde sportbeoefening leidt bij jongeren die nog in de groei zijn tot een significant verhoogde kans op blessures.