Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
Bij 55 atleten die 6 verschillende olympische sporten beoefenden (handbal, (synchroon) zwemmen, judo, voetbal (soccer), schermen) werd de inname van een aantal nutriënten bepaald. Van 49 atleten werden bloed- en urinemonsters verzameld om in het laboratorium om de concentraties van vitaminen en spoorelementen te meten. Dit alles leverde de volgende bevindingen op: De totale energie-inname was bij de mannen 10% bóven en bij de vrouwen 5% onder de aanbevolen hoeveelheden. De ve-inname lag tussen de 33-35% van de totale energie (= zoals aanbevolen) en de consumptie van
koolhydraten lag tussen de 51-53%. De hoeveelheid
vezels in het dieet was 20% onder de aanbevolen hoeveelheden en de hoeveelheid proteïnen 50% boven de aanbevolen hoeveelheid. Uit onderzoeken is niet gebleken dat atleten een verhoogde behoefte aan proteïnen zouden hebben. De inname van de meeste vitaminen/spoorelementen was niet verlaagd, maar het dieet van de vrouwen bevatte te weinig
calcium,
zink en
ijzer (15% onder de
RDA) en de hoeveelheid
vitamine D in de voeding lag zelfs 60% onder de RDA. De gemiddelde lipidenwaarden in het
plasma waren bij de mannen lager dan bij de vrouwen behalve het gemiddelde
HDL-cholesterol. Normale concentraties in
serum en urine vond men voor
natrium, calcium,
magnesium,
kalium, zink, ijzer,
selenium,
koper,
jodium. Ook de gemiddelde waarden voor
vitamine A,
bètacaroteen,
vitamine E,
cobalamine,
foliumzuur,
vitamine C en
thiamine lagen binnen de referentiewaarden. Bij de mannen was de gemiddelde status van vitamine D,
vitamine B2,
vitamine B6 verlaagd. De behoefte aan vitamine B6 neemt toe bij een grotere consumptie van eiwitten en bij atleten in het algemeen door de hogere turnover snelheid van spiercellen.