Wat de boer niet kent…

Van de kinderen is zo’n 15% erg kieskeurig met eten. Deze kinderen eten nauwelijks groente en hebben moeite met het eten van onbekend voedsel. Dit gedrag komt al op jonge leeftijd tot uiting, maar heeft geen nadelige invloed op het gewicht. Aan het Amerikaanse onderzoek namen meer dan driehonderd ouders met hun kinderen deel. De gezinnen verkeerden op of onder de armoedegrens. De ouders vulden vier keer een vragenlijst in over het eetgedrag van hun kind en hoe ze daarmee omgingen. De kinderen waren toen 4, 5, 8 en 9 jaar oud. Tevens werden gegevens verzameld over de lengte en het gewicht van de kinderen. Van alle kinderen was 14% erg kieskeurig met eten, 57% van de kinderen was een beetje kieskeurig en 29% helemaal niet. Het eetgedrag van de kinderen was al op een leeftijd van 4 jaar duidelijk en bleef zo tot op oudere leeftijd. De kieskeurige kinderen waren emotioneel labieler en hadden een lager gewicht dan hun leeftijdgenoten, maar leden niet aan ondergewicht. Ouders van kieskeurige kinderen waren significant veeleisender ten aanzien van regels aan tafel. Dit leek echter een averechts effect te hebben. Het gezegde ‘wat de boer niet kent, dat eet hij niet’ lijkt in dit geval van toepassing. De onderzoekers adviseren om kinderen al op jonge leeftijd, rond het derde levensjaar, te laten wennen aan gezond voedsel. Dit zou kieskeurige eters kunnen voorkomen. Daarbij lijkt het niet zinvol om al te strenge regels aan tafel op te leggen.